Oud zeer

02-06-2017

Mogelijk hebt u het spotje van Veilig Thuis wel eens gezien op televisie. Een oude man ontvangt zijn dochter thuis, er ontstaat ruzie en de dochter gooit het, zonder twijfel zorgvuldige door vader gebouwde, houten scheepsmodel aan stukken. Buurvrouw snelt te hulp terwijl dochter boos de woning uit stormt. Waar de ruzie over ging blijft onduidelijk, maar de blik van de oude man en het scheepswrak spreken boekdelen. De slogan klinkt: het houd niet op, niet vanzelf. Wat niet zozeer verwijst naar mans motivatie voor wederopbouw van het scheepsmodel, maar eerder naar de sfeer tussen beiden. ‘Is dat nou typisch ouderen mishandeling?’, wordt mij weleens gevraagd. Hier moet ik zowel volmondig ja, als een voorzichtig nee op antwoorden. Dat behoeft een toelichting.

Om iets zinvols te kunnen zeggen over oudermishandeling moet ik eerst met u delen wat we onder mishandeling verstaan. Dat is mogelijk nog niet zo eenvoudig als het lijkt. Iedereen heeft immers wel eens ruzie. Contact en relaties tussen mensen zijn nu eenmaal niet eenvoudig. Zeker wanneer de emotie een grotere rol gaat spelen. ‘Liefde is een werkwoord’ wordt nog weleens gesteld en niet zelden op momenten dat dit kan bijdragen aan de onenigheid. Toch is ruzie op zich nog geen mishandeling. Sterker nog, ruzie kan heel functioneel zijn, bij voorbeeld in het aangeven van grenzen. Pas wanneer het over grenzen heengaat en het doel van communicatie verliest loopt het de kans mishandeling te worden. Kenmerkend hierbij is dat er iets veranderd in de verhouding tussen de partijen.

De verhouding kan zijn wederkerigheid en evenwicht verliezen en de een kan duidelijk de sterke worden en de ander de zwakke. Een dergelijke scheven verhouding kan vele vormen aan nemen. Zo kan de een fysiek veel krachtiger zijn, of verbaal veel sterker. Maar ook kan er sprake zijn van financiële macht of verschillen in maatschappelijke status. In zo’n situatie is er sprake van kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Dat kan reeds bestaan in de relatie of op een moment van ruzie of twist ontstaan. Een dergelijk verschil in positie tussen mensen is op zichzelf niet bezwaarlijk. Mensen verschillen immers van elkaar op vele punten en waar we in sommige opzichten sterk zijn, zijn we in andere weer zwak. Wel kan een scheve verhouding het risico op schadelijk handelen van anderen verhogen. Als er moedwillig misbruik wordt gemaakt van de zwakke positie van de ander in een bestaande afhankelijkheid spreken we van mishandeling.

Ouderdom komt veelal met gebreken. We kunnen er derhalve niet omheen dat naarmate de gebreken zich aandienen de positie in de samenleving kwetsbaarder wordt. Dit is niet alleen lichamelijk waarneembaar, maar ook psychisch en maatschappelijk. Ouderen hebben immers veelal minder sociaal contact, door het wegvallen van werk en het slinken van het netwerk. De combinatie van ‘minder te doen en meer tijd om daarover na te denken’ wil de geest nog wel eens danig belasten. Daarbij is er veelal sprake van minder inkomen wat weer tot een financiële kwetsbaarheid kan leiden. Hiervan zijn we ons niet altijd bewust en de eeuwige lobby voor de vitale oudere, ‘u bent zo oud als u zich voelt’ draagt daar aan bij. Nu is het geenszins bezwaarlijk om op de vitaliteit van de hedendaagse moderne oudere te wijzen. In de huidige maatschappij is de oudere lang niet meer de bejaarde van weleer. Toch zou het jammer zijn als we daardoor de illusie creëren dat dit net als optimisme en een opgeruimd karakter voorwaardelijk is voor deelname. De vitaliteit is immers lang niet altijd de realiteit en ook daar mag oog voor zijn. Juist als er begrip is voor de kwetsbaarheid en afhankelijkheid die ouderdom met zich mee kan brengen is er ruimte om hier goed mee om te gaan.

Terugkomend op het spotje van de man en zijn scheepsmodel kunnen we nu zeggen dat de man in een kwetsbare positie verkeert. Hij is duidelijk op leeftijd en fysiek niet meer opgewassen tegen zijn dochter. Zij maakt van deze scheven verhouding gebruik om het scheepsmodel een slinger te geven. Iets wat ze vijfentwintig jaar eerder waarschijnlijk wel uit haar hoofd had gelaten. Dat maakt het een voorbeeld van ouderen mishandeling. Derhalve een volmondig ‘ja’. Nu nog het voorzichtige ‘nee’. Dat zit hem meer in de suggestie dat dit een typisch voorbeeld van ouderenmishandeling zou zijn. Dat is niet het geval en dat komt niet alleen omdat zelden nog iemand scheepsmodellen maakt. Veruit de meeste mishandeling van ouderen ontstaat rondom zorg en ondersteuning. Een buurvrouw die de boodschappen doet en ook even wat eigen boodschappen toevoegt aan de rekening. Een zoon die dagelijks ’s morgens even helpt bij het opstarten van de dagen, maar door de tijdsdruk dat steeds vaker foeterend doet. Typisch is het wanneer de oudere hierin afhankelijk is en niet goed zonder het contact of de ondersteuning kan. Dit zijn omstandigheden waar niemand voor kiest. De Romeinse filosoof Seneca stelde het in een enkele fraaie volzin, ‘het lot leidt hen die volgen, zij die zich verzetten sleept het voort’. Het lot en de omstandigheden kunnen ons sluimerende wijs in patronen brengen waar allen zich niet meer prettig bij voelen. Het begint meestal klein, maar kan uitgroeien tot een manier van doen waar een ander geen fatsoen meer in herkent. Wat ons overkomt hebben we niet altijd zeggenschap over, maar wel over hoe we met het lot omgaan. Daarop mogen we elkaar dan ook aanspreken.

Mogelijk kunnen we vandaag nog een begin maken door met een volmondig ‘ja’ positie te kiezen tegen misbruik van een machtspositie in andermans afhankelijkheid. We kunnen beginnen door over de situatie met elkaar in gesprek te gaan. Gezamenlijk erkennen is een eerste stap naar bewust de grenzen opnieuw te vinden en markeren. Al is het aanvankelijk maar met een voorzichtig ‘nee’ .