Signalen van ouderenmishandeling – hoe ga je daarmee om?

03-03-2017

“Een 80 jarige man met een matig ernstige vorm van Alzheimer dementie komt met de ambulance binnen op de spoedeisende hulp van het algemeen ziekenhuis in verband met algemene malaise en een lage bloeddruk. Bij onderzoek valt de arts op dat patiënt uitgedroogd is en ook matig verzorgd overkomt: hij heeft vervuilde kleding, lange onverzorgde nagels aan handen en voeten. Daarnaast vallen er meerdere blauwe plekken op vooral binnen de zogenaamde ‘safety triangel’: tussen oor, nek en schouder. Het blijkt het gevolg van ontspoorde mantelzorg, waarbij regelmatig fysieke agressie in de thuissituatie voorkomt.”

Het fenomeen ouderenmishandeling treft naar schatting jaarlijks 1 op de 20 ouderen. De verwachting is dat ouderenmishandeling de komende jaren zal toenemen, door de vergrijzing en het toenemende beroep op mantelzorgers. Ouderenmishandeling wordt vaak onvoldoende gesignaleerd door hulpverleners door onbekendheid met het fenomeen en door het taboe dat er bij patiënt en hulpverlener over bestaat. Ook doordat er bij ouderenmishandeling andere aspecten bijkomen, zoals wilsonbekwaamheid bij dementie. Er is sprake van een ander juridisch kader dan bij kindermishandeling. Dat maakt dat hulpverleners vaak niet goed weten hoe te handelen. Deze zaken hebben ertoe geleid dat de Nederlandse vereniging van klinische geriatrie (NVKG) het initiatief heeft genomen om een landelijke richtlijn te ontwikkelen. Hierin zullen de verschillende vormen van ouderenmishandeling worden besproken en een voorstel voor de aanpak van ouderenmishandeling. Ook wordt er een plan gemaakt voor screening op bijvoorbeeld de Spoed Eisende Hulp in ziekenhuizen.

Daarnaast willen we in de richtlijn aandacht besteden aan wat er vanuit het perspectief van het (straf)recht nodig is om te komen tot voldoende kwaliteit van forensisch medisch bewijs in zaken waarbij sprake is van fysieke mishandeling. Dit willen we vooral tot uiting laten komen middels het aanbieden van heldere kaders bij het uitvoeren van een top-teen lichamelijk onderzoek en de correcte vastlegging daarvan in het patiëntendossier.

De richtlijn is met name gericht op de 2e lijns zorg, dus bedoeld voor de zorgverlener in het algemeen/academisch ziekenhuis en binnen de GGZ. De verwachting is dat de richtlijn in het eerste kwartaal van 2018 gereed zal zijn.

Bij vragen kan contact gezocht worden met mw. M.E. van Houten, voorzitter richtlijn vermoeden van ouderenmishandeling m.vanhouten@olvg.nl